De Wet op de Basisregistratie Ondergrond (BRO); hoe zit dat nou ook alweer? Het provinciale team dat de invoering van de BRO begeleidt legt het uit.

Wat houdt de BRO in?

De Nederlandse ondergrond wordt intensief gebruikt en dat zal de komende jaren alleen maar toenemen. Daarmee groeit ook de vraag naar informatie over die ondergrond. Deze gegevens zijn tot nu toe op vrijwillige basis verzameld in verschillende databanken, zoals de database Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond (DINO) van TNO en het Bodem Informatie Systeem (BIS) van Alterra. Het probleem is dat deze geen compleet beeld geven van de Nederlandse ondergrond, dat de gegevens niet gestandaardiseerd zijn en dat levering van gegevens niet verplicht is. Dat bemoeilijkt de informatie-uitwisseling tussen overheden onderling, maar ook tussen overheden, burgers en bedrijven.

Dat is veranderd sinds op 1-1-2018 de Wet op de Basisregistratie Ondergrond (BRO) van kracht is. Door de nieuwe wet worden bestaande gegevens over de ondergrond gemigreerd en geconverteerd naar een nieuwe online omgeving: het Bronhouderportaal. Daarnaast zijn ‘bronhouders’ verplicht om alle nieuwe data die zij inwinnen over de ondergrond binnen 20 dagen aan te leveren bij het Bronhouderportaal, dat gebouwd is in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De bronhouders zijn alle gemeenten, provincies, waterschappen, Rijkswaterstaat, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zelf.

In totaal gaat het om meer dan 450 organisaties die niet alleen gegevens moeten aanleveren, maar de data in het Bronhouderportaal ook moeten gebruiken. Bovendien zijn zij samen verantwoordelijk voor de kwaliteit van de informatie.

Eén centrale locatie

Door de BRO ontstaat een complete dataset van de ondergrond die te raadplegen is op één centrale locatie. De overheden kunnen hierdoor efficiënter opereren, de informatie-uitwisseling verbetert, gegevens worden hergebruikt en dubbel onderzoek wordt voorkomen. Een belangrijk voordeel van de complete informatievoorziening is bovendien dat deze een betere ruimtelijke ordening boven én onder de grond mogelijk maakt.

Sinds 1 januari 2018 is de BRO van kracht en moet deze ervoor zorgen dat alle data over de Nederlandse ondergrond op één centrale plek (in de BRO-bank) op uniforme wijze staan geregistreerd. Overheden zijn verplicht om informatie o.b.v. boringen, sonderingen, peilbuizen en andersoortig bodemonderzoek aan te leveren én te gebruiken.

De afgelopen periode hebben collega’s van de afdelingen Dienst Beheer Infrastructuur (DBI), Afdeling Projecten en Programma’s (APP), Water en Groen en Informatisering en Automatisering binnen de provincie Zuid-Holland gekeken hoe we de BRO kunnen borgen binnen de provincie. Dat heeft geleid tot een aantal (werk)afspraken.

Wat betekent dit voor DBI en APP?

  • Alle gegevens over geotechnisch sondeeronderzoek en bodemkundige boormonsterbeschrijvingen moeten vanaf 1 januari 2018 worden geregistreerd in het Bronhouderportaal.
  • Alle gegevens over geotechnische boormonsteranalyse moeten vanaf 1 januari 2020 worden geregistreerd in het Bronhouderportaal.
  • Alle gegevens over bodemkundige boormonstermonsteranalyse moeten vanaf 1 juli 2021 (overgangstermijn tot eind 2021) worden geregistreerd in het Bronhouderportaal.
  • Voor lopende projecten en projecten die op 1 januari 2018 nog wel actief waren, maar inmiddels zijn afgerond, betekent dit dat de gegevens alsnog moeten worden opgevraagd en aangeleverd bij de provincie.
  • Bij nieuwe projecten moet in de uitvraag worden opgenomen dat de opdrachtnemer (ingenieursbureau, aannemer, enz.) verplicht is bovengenoemde gegevens via het Bronhouderportaal aan te leveren bij ons, de bronhouder. Voor de wijze van aanleveren is een format ontwikkeld dat door de opdrachtnemer gebruikt moet worden.
  • De bronhouder (de provincie) is ervoor verantwoordelijk dat de juiste informatie is aangeleverd en ingevoerd.

De projectleider is verantwoordelijk voor het opvragen van de gegevens bij de opdrachtnemer. Bij lopende projecten of projecten die al zijn afgerond, kan dit betekenen dat er een (meerwerk)opdracht moet worden gegeven aan de opdrachtnemer. De projectleider bepaalt wie van zijn team de gegevens controleert en accordeert in het Bronhouderportaal. Voor het invoeren van de gegevens is een handleiding opgesteld die voor alle projectteams beschikbaar is. Naast de handleiding is er een visio schema opgesteld, waarin de processtappen van elke functionaris zijn opgenomen.

Contractteksten voor gegevensleveranciers

De meeste bronhouders beschikken niet zelf over de gegevens die ze moeten aanleveren bij de BRO. In zo’n geval kan de organisatie aan wie een opdracht wordt verstrekt, waarbij ondergrondgegevens worden ingewonnen, gevraagd worden om de gegevens in het juiste formaat klaar te zetten in het Bronhouderportaal. Die opdrachtnemer is dan de gegevensleverancier.

Voorbeeldcontractteksten zijn via onderstaande links te raadplegen.

Bron: Provincie Zuid-Holland | Zuid-Hollandplein 1, Postbus 90602 | 2509 LP Den Haag www.zuid-holland.nl